De postbode had een brief voor een dame (у почтальона было письмо для одной дамы). Terwijl de dame de envelop opende (в то время, когда дама открывала конверт) keek hij stiekem mee (он смотрел незаметно вместе с /ней/; kijken – смотреть, глядеть; stiekem – тайно, украдкой):
– Hoe komt het dat er een leeg blad papier in zit (чем объясняется, что здесь чистый лист бумаги вложен/находится; leeg = ledig – пустой)?
– Dat is een brief van mijn broer (это письмо от моего брата), antwoordde de dame (ответила дама). – We praten al jaren niet meer tegen elkaar (мы уже годами друг с другом больше не разговариваем; praten – говорить, разговаривать; болтать)!
De postbode had een brief voor een dame. Terwijl de dame de envelop opende keek hij stiekem mee:
– Hoe komt het dat er een leeg blad papier in zit?
– Dat is een brief van mijn broer, – antwoordde de dame. – We praten al jaren niet meer tegen elkaar!