Twee boeren ontmoeten elkaar (двое крестьян встречаются друг с другом). Zegt de ene boer tegen de andere (говорит один крестьянин другому):

– Ik heb vorig jaar een kip met een papegaai gekruist (я в прошлом году скрестил курицу с попугаем).

– En? Is het gelukt? (и /как/? получилось?) – vraagt de andere boer (спрашивает другой крестьянин).

– Dat zou ik denken (я бы так подумал = конечно получилось). Als ze een ei gelegd heeft (если/когда она снесла яйцо) kakelt ze niet meer (не кудахчет она больше) maar ze komt het me zeggen (а приходит мне это = об этом сказать).

Twee boeren ontmoeten elkaar. Zegt de ene boer tegen de andere:

– Ik heb vorig jaar een kip met een papegaai gekruist.

– En? Is het gelukt? – vraagt de andere boer.

– Dat zou ik denken. Als ze een ei gelegd heeft kakelt ze niet meer, maar ze komt het me zeggen.