Twee zwervers werden opgepakt en naar het politiebureau gebracht (двоих бродяг арестовали и доставили/привезли в полицейское бюро: «двое бродяг стали = были задержаны и привезены…»; zwerven – бродить, скитаться; brengen – приносить, приводить, привозить).
– Waar woon je (где ты живешь)? – vraagt een politieman aan een van de zwervers (спрашивает полицейский у одного из бродяг).
– Ik woon nergens, mijnheer de agent (я нигде не живу, господин полицейский).
– En jij? – vraagt de politieman aan de tweede zwerver (а ты? спрашивает полицейский у второго бродяги).
– Ik ben zijn buurman (я его сосед).
Twee zwervers werden opgepakt en naar het politiebureau gebracht.
– Waar woon je? – vraagt een politieman aan een van de zwervers.
– Ik woon nergens, mijnheer de agent.
– En jij? – vraagt de politieman aan de tweede zwerver.
– Ik ben zijn buurman.