Een professor zegt tegen zijn studenten (профессор говорит своим студентам):

– Intelligente mensen twijfelen altijd aan alles (интеллигентные люди сомневаются всегда во всем). Alleen domme mensen zijn heel zeker van zichzelf (только тупые/бестолковые люди очень уверены в себе самих).

– Bent u daar zeker van (вы уверены в этом)? – vraagt een van zijn studenten (спрашивает один из его студентов).

– Heel zeker (совершенно уверен)! – antwoordt de professor (отвечает профессор).

Een professor zegt tegen zijn studenten:

– Intelligente mensen twijfelen altijd aan alles. Alleen domme mensen zijn heel zeker van zichzelf.

– Bent u daar zeker van? – vraagt een van zijn studenten.

– Heel zeker! – antwoordt de professor.