Een soldaat staat (солдат стоит) om en uur ’s nachts (в час ночи) na een vrolijke avond (после веселого вечера) wat onvast op zijn benen (несколько неустойчиво на ногах; vast – крепко) met zijn arm om de lantarenpaal (обняв фонарный столб: «со своей рукой на…»; lantaren – фонарь; paal – кол; столб). Er komt een kapitein voorbij (мимо проходит капитан) die hem vraagt (который его спрашивает) wat hij daar midden in de nacht uitvoert (что он там среди ночи делает; midden – середина; cреди, в середине: midden in de zomer – в середине лета; uitvoeren – исполнять, осуществлять; voeren – водить, вести).

„Nnnoou kkapitein (нну, ккапитан), de heeele stad draait om me heen (вееесь город крутится вокруг меня; draaien – вертеться, вращаться; omhéen – вокруг, кругом), en nou wacht ik (и теперь я жду) tot de kazerne voorbij komt (пока казарма мимо проедет) en dan ssstap ik naar binnen (и тогда я вввойду внутрь; stappen – шагать)”.

Een soldaat staat om een uur ’s nachts na een vrolijke avond wat onvast op zijn benen met zijn arm om de lantarenpaal. Er komt een kapitein voorbij die hem vraagt wat hij daar midden in de nacht uitvoert.

„Nnnou kapitein, de hele stad draait om me heen, en nou wacht ik tot de kazerne voorbij komt en dan ssstap ik naar binnen”.