Het onderzoek dat de psychiater op aandrang (обследование, которое психиатр по настоянию; aandringen – настаивать) van haar familie (ее родственников) heeft gedaan (сделал) valt erg mee (прошло лучше, чем ожидалось; meevallen – посчастливиться, повезти, обернуться лучше, чем ожидалось; erg – злой; дурной; очень, сильно). „Waarom hebben ze u eigenlijk (почему, собственно /говоря/, они вас) naar mij toegestuurd (направили ко мне; sturen – править /рулем/; вести /судно/; посылать, отправлять, сравните: stuurman – штурман; рулевой)?” vraagt hij de vrouw (спрашивает он женщину). „Alleen omdat ik zo dol ben op pannekoeken (только потому, что я без ума от блинов; dol – сумасшедший, безумный; dol zijn op iets – сходить с ума по чему-либо)”, zegt ze (говорит она).

Psychiater lachend (психиатр, смеясь): „Maar mijn beste mevrouw (но, моя дорогая: «наилучшая» госпожа), dat ben ik ook (я это тоже = я тоже без ума от них), dat is toch geen reden… (это ведь не причина/не повод)”

„U ook?” valt de vrouw hem in de rede (вы тоже, перебивает его женщина; iemand in de rede vallen – перебивать кого-либо: «падать кому-либо в речь»). „Dan moet u eens bij mij thuis komen (тогда вы должны как-нибудь ко мне домой прийти). Ik heb er een zolder vol van (у меня их полный чердак; vol van /iets/ – наполненный чем-либо)!”

Het onderzoek dat de psychiater op aandrang van haar familie heeft gedaan valt erg mee.

„Waarom hebben ze u eigenlijk naar mij toegestuurd?” vraagt hij de vrouw.

„Alleen omdat ik zo dol ben op pannenkoeken”, zegt ze.

Psychiater lachend: „Maar mijn beste mevrouw, dat ben ik ook, dat is toch geen reden…”

„U ook?” valt de vrouw hem in de rede.”Dan moet u eens bij mij thuis komen. Ik heb er een zolder vol van!”