Een politieagent belette een man (полицейский помешал мужчине; beletten = belemmeren – препятствовать, мешать) van de brug te springen (прыгнуть с моста).

„Als je springt (если ты прыгнешь)”, pleitte de agent (разъяснял агент; pleiten – защищать в суде; pleiten tegen iets – выступать против чего-либо; pleiten voor iets – выступать за что-либо)”, moet ik je naspringen (я должен прыгать за тобой), en terwijl we dan op de ambulance wachten (и пока мы тогда ждем скорую), krijgen wij allebei een longontsteking (мы оба получим воспаление лёгких; long – лёгкое; ontsteken – зажигать; загораться; воспаляться) en gaan wij allebei dood (и мы оба умрем; dood – мертвый). Doe me een lol (сделай мне удовольствие), ga nu naar huis en hang je op (пойди сейчас домой и повесься; zich ophangen – повеситься)!”

Een politieagent belette een man van de brug te springen.

„Als je springt”, pleitte de agent, „moet ik je naspringen, en terwijl we dan op de ambulance wachten, krijgen wij allebei een longontsteking en gaan we allebei dood. Doe me een lol, ga nu naar huis en hang je op!”