Een jongeman is net aangenomen (молодой человек только что принят на работу; net – как раз; только что) in een grote multinationale onderneming (в большое мультинациональное предприятие; ondernémen – предпринимать). Vanaf de eerste dag (в первый же день/с первого дня; vanáf – /начиная/ с, со: vanaf maandag – с понедельника) neemt hij de telefoon (он берет телефон), belt de bedrijfscafetaria (звонит в кафе предприятия) en brult (и кричит; brullen – реветь, рычать; орать /о человеке/):
– Een koffie, en snel een beetje… (один кофе и быстренько: «быстро немножко»)
Aan de andere kant van de lijn (на другом конце линии) antwoordt een stem (отвечает голос):
– Ik denk dat u een verkeerd intern nummer (мне кажется, что вы неправильный внутренний номер) gedraaid hebt (набрали; draaien – вертеть, вращать; een nummer draaien – набирать номер телефона), weet u met wie u spreekt (знаете вы, с кем вы говорите), onnozelaar (глупец)?
– Heu… nee… – antwoordt de jonge man (ээ… нет, – отвечает молодой человек).
– Ik ben de Directeur-Generaal van deze firma, jij idioot! (я генеральный директор этой фирмы, ты, идиот!)
De jonge man roept tweemaal luider (молодой человек кричит в два раза громче):
– En U, dik opgeblazen directeur-generaaltje (а вы, толстый, надутый генеральный директришка), weet u wel met wie u spreekt (знаете ли вы, с кем вы говорите)?
– Heu… nee… – antwoordt de directeur ietwat verbaasd (нет, – отвечает директор чуть удивленно).
– Perfect (отлично)! antwoordt de jonge man en hij legt de telefoon neer (отвечает молодой человек и кладет трубку; neer – вниз; neerleggen – вешать /трубку/: «класть вниз»).
Een jonge man is net aangenomen in een grote multinationale onderneming. Vanaf de eerste dag neemt hij de telefoon, belt de bedrijfscafetaria en brult:
– Een koffie, en snel een beetje…
Aan de andere kant van de lijn antwoordt een stem:
– Ik denk dat u een verkeerd intern nummer gedraaid hebt, weet u met wie u spreekt, onnozelaar?
– Heu… nee… – antwoordt de jonge man.
– Ik ben de Directeur-Generaal van deze firma, jij idioot!
De jonge man roept tweemaal luider:
– En u, dik opgeblazen directeur-generaaltje, weet u wel met wie u spreekt?
– Heu… nee… – antwoordt de directeur ietwat verbaasd.
– Perfect! antwoordt de jonge man en hij legt de telefoon neer.