Een kameel vraagt aan zijn ma (верблюд спрашивает у своей мамы):

– Zeg ma, waarom hebben wij zulke platte voeten (скажи мам, почему у нас такие плоские ступни)?

– Dat is om niet om te vallen (это чтобы не упасть) als je door het mulle zand van de woestijn loopt, liefje (когда ты идешь по зыбкому песку пустыни, голубчик; mul – рыхлый, сыпучий).

– En waarom hebben we zulke lange wimpers (а почему у нас такие длинные ресницы)?

– Dat dient om het zand uit je ogen te houden (это служит, чтобы песок из твоих глаз удерживать = чтобы защищать твои глаза от пыли/песка).

– En waarom hebben we zulke grote bulten (а почему у нас такие большие горбы)?

– In die bulten zit eten en drinken, zodat je geen honger en dorst hoeft te lijden in de woestijn (в тех горбах находится еда и питье, чтобы тебе не пришлось голодать и жаждать в пустыне: hoeven – /употр. только с отрицанием/ долженствовать, быть обязанным /что-либо делать/; иметь необходимость: het hoeft niet meer – в этом нет больше необходимости).

– Zeg ma, als dat allemaal voor de woestijn dient (скажи мам, если все это служит = нужно для пустыни), wat staan wij hier dan te doen in de dierentuin (что мы тогда здесь стоим и делаем, в зоопарке; dier – животное, зверь; tuin – сад)?

Een kameel vraagt aan zijn ma:

– Zeg ma, waarom hebben wij zulke platte voeten?

– Dat is om niet om te vallen als je door het mulle zand van de woestijn loopt, liefje.

– En waarom hebben we zulke lange wimpers?

– Dat dient om het zand uit je ogen te houden.

– En waarom hebben wij zulke grote bulten?

– In die bulten zit eten en drinken, zodat je geen honger en dorst hoeft te lijden in de woestijn.

– Zeg ma, als dat allemaal voor de woestijn dient, wat staan wij hier te doen in de dierentuin?